Noodverlichting speelt een cruciale rol in de veiligheid van gebouwen. Bij stroomuitval of noodsituaties helpt het mensen om snel en veilig een gebouw te verlaten. Maar moeten de lichten bij nooduitgangen altijd branden? Dit is een vraag die zowel gebouweigenaren als veiligheidsprofessionals bezighoudt.
Volgens de Nederlandse wetgeving moeten noodverlichtingssystemen voldoen aan de NEN 1838 en de Bouwbesluit 2012-normen. Hierin staat dat:
Dit betekent dat nooduitgangsborden met verlichting altijd aan moeten staan. De daadwerkelijke noodverlichting, zoals lampen langs de vluchtroute, schakelt pas in bij stroomuitval.
Er zijn twee soorten noodverlichting:
Voor vluchtrouteaanduidingen wordt permanente verlichting aangeraden, omdat dit de zichtbaarheid verbetert, vooral in donkere ruimtes of tijdens rookontwikkeling.
Een veelgestelde vraag is of continue noodverlichting niet te veel energie verbruikt. Gelukkig zijn er energiezuinige oplossingen, zoals LED-noodverlichting en slimme sensoren. LED-lampen verbruiken tot 80% minder energie dan traditionele lampen en hebben een langere levensduur.
Ja, de lichten bij nooduitgangen moeten altijd branden als het gaat om vluchtrouteaanduidingen. Dit zorgt voor veiligheid, zichtbaarheid en naleving van de wetgeving. Door energiezuinige verlichting te gebruiken, kunnen bedrijven de kosten beperken zonder in te leveren op veiligheid.
Wil je meer weten over de beste noodverlichtingsopties voor jouw gebouw? Neem contact met ons op.